Het belang van de eerste duizend dagen.
Deel 1: Mijn verhaal als baby, dochter.
Inleiding
Wanneer ik kinderpsychiater Binu Singh hoor praten, of haar boek ter harte neem, resoneert elke vezel in mijn lijf. Met haar zachte, weloverwogen woorden aan de ene kant en de nood tot passende actie en verantwoordelijkheid aan de andere kant laat ze zoveel nuance, laagdrempeligheid en veerkracht doorschemeren binnen de boeiende ‘Kind-Ouder-Maatschappij Dynamieken. Het verhaal dat ze brengt, triggert me om verschillende goede redenen: Omdat ikzelf een jonge mama ben en ik daarnaast als baby prematuur geboren ben op 24 weken zwangerschap … Uiteraard raakt dit thema ook aan mijn professionele rol waarin ik als contextueel en sociaal werker al jaren inzet op afgestemd opbouwen van vertrouwen in verbinding. Ik doe dit door mensen te horen en zien in wie ze zijn. Daarnaast vind ik het belangrijk om vanuit mijn professionele opdracht aan signaaldetectie en beleidsbeïnvloeding te doen, zodat iedereen zijn of haar stem kan vertolkt en gehoord worden. Ik voel me door haar warme woorden in verschillende lagen van mezelf aangesproken. Het raakt daarnaast ook aan de kern van een persoonlijk proces waarin ik me aan het verdiepen ben. Het gaat daarin voor mij voornamelijk om passende zorg voor jezelf en elkaar. Graag geef ik jullie een kwetsbare inkijk in het veelzijdige verhaal dat ik mezelf vertel. Voorbij symptomen of gedrag. Om mijn uiteenzetting overzichtelijk te houden verdeel ik dit onderwerp graag op in twee blogartikelen. Beginnen doen we bij de start van mijn levenswandel: Mijn verhaal als baby en dochter. In deel 2 kan je Mijn verhaal als moeder ontdekken.Mijn verhaal als baby en dochter.
Ik kwam als deel van een drieling samen met Jeroen en Joke ter wereld in augustus 1986. We verbleven 24 weken knus in Moeke’s buik, toen er plots een einde gemaakt werd aan geborgen verbinding, warmte en veiligheid. Uit medische noodzaak werden we elk apart in een couveuse verzorgd in de best mogelijke omstandigheden die op dat moment voorhanden waren. Ik zal er 4 maanden verblijven. Joke en Jeroen overleden jammer genoeg enkele dagen na hun geboorte omwille van complicaties. Oneerlijk en dapper … Moeke en vake kwamen verschillende keren per dag langs. Zoveel als mogelijk. Het duurde 10 weken voordat ze me mochten omarmen. Het verlangen naar lichamelijk contact en verbinding moet zowel voor hen als voor mij enorm groot geweest zijn. Het hoeft geen betoog dat ook gezien de diverse medische handelingen, de onverwachte geluiden, felle lichten, e.a. … het stressniveau, zonder de mogelijkheid tot regulatie, (te) hoog moet geweest zijn voor mij en bij uitbreiding voor ons allen.Nieuwsgierige vragen die ik mezelf stel:
- Werden de signalen die ik gaf of probeerde te geven opgemerkt?
- Hoe ging ik om met het alleen en afgesloten zijn?
- Wat was de impact van medische handelingen zonder verdoving?
- (Geneeskundige zorg op maat was voor prematuurtjes in die tijd nog niet mogelijk, noch haalbaar. Aan de beste intenties twijfel ik niet.)
- Was op mijn hoede zijn voor pijn en verlating mijn ‘normaal’?
- Heb ik vanaf dan al besloten in mijn hoofd te leven als bescherming, omdat het in en rond mijn lijf te onveilig/niet vertrouwd aanvoelde?
- Ben ik dan al gestopt met uitreiken?
- Hoe was dit voor mijn ouders?
- Kregen ze de steun en troost die ze verdienden in deze onmogelijke tijd, en de periode die volgde?
- Hun stressniveau, in alle onzekerheid, zwevend tussen hoop en werkelijkheid, moet ook torenhoog geweest zijn …